Mijn roots liggen in Mokum, van één kant dan tenminste. Vind zelf dat de sfeer in de stad de laatste decennia aardig is verknald door types als op scooters rondscheurende makelaartjes en voor hun kwaliteiten veel te veel geld verdienende advocaten. Maar soms is er ineens dat, hoe zal ik het zeggen, dat gevoel.
Was zojuist even bij de slager om de hoek. In verband met een ‘bakje filee’ voor bij de lunch. De goedgebekte en vrolijke meid van achter de toonbank was weer eens druk in gesprek met de vleeshakkende zoon van de slager. Die onlangs zo’n 25 kilo is afgevallen dankzij vooral de sportschool. En nu dus verkering heeft (of misschien was dat laatste er wel het eerst, ofschoon ik dat betwijfel).
Enfin, weet niet meer waar ze het over hadden, maar zoals wel vaker moest ik ook een duit in het zakje doen. Heb jij het niet koud hier vroeg ik aan Angelique (zo heet ze namelijk). Refererend aan de aardig winterse temperatuur en de altijd wagenwijd openstaande deur van de winkel. Nee…zegt ze….als ik het warm had willen hebben dan had ik in een bakkerswinkel moeten gaan staan…Je kunt toch ook op andere manieren warm worden gooide ik erin. De filee was afgewogen en afgerekend. Neee…ik werk hier nou al twintig jaar en ik heb het al twintig jaar koud…Ik liep naar de deur. Dat zal wel…merkte ik een beetje ondeugend op. Met een schalkse knipoog van Angelique verliet ik Slagerij Peter, weer eens lekker vrolijk gemaakt door de Amsterdamse middenstand en klaar voor een middagje knoerhard werken.