Na een hoop gesjouw kwamen we aan op Eindhoven Centraal. Lang geleden dat ik daar was. Even een broodje eten in de restauratie daar. Een flinke trap moesten we op. Binnen stonk het vreselijk. Ik zei tegen Mies het stinkt hier naar zweet. Volgens Mies was het goedkope aftershave. We gingen zover mogelijk naar achter zitten, weg uit de lucht. Maar daar stonk het weer naar de wc. Er was geen echte menukaart. Wel werden op losse, vettige handgeschreven vellen zaken als omelet met brie en spek aangeprezen. Ze houden hier wel van cholesterol merkte Mies op. O.k. een kopje koffie dan maar. Toen ik even naar de wc ging zag ik een vergadering van middenkader. Aha, deze ruimte werd kennelijk ook verhuurd.
We gaan toch maar eens verder kijken besloten we. Kan ik even pinnen? Vroeg ik aan de serveerster. Nee dat kan hier niet. Wat raar zei ik, hoe moet dat dan met mensen die haast hebben, hun trein moeten halen, moeten die dan eerst nog naar de bank beneden? U kunt hier niet pinnen herhaalde de serveerster. We kregen het bonnetje. Mevrouw vertrouwde het niet waarschijnlijk, want uit de keuken kwam de kok tevoorschijn in een besmeurd zwart t-shirt. Contant betalen wist hij uit te brengen, 3,80. Gehoorzaam legde Mies vier euro neer, maar zei er wel bij dat het volgens het bonnetje om 3,60 ging. Laat maar zitten hoor. Nee mevrouw, het is maar 3,60. Ze kreeg 40 eurocent terug. ’t Is goed zo meneer, laat maar zitten die 20 cent. Halsoverkop vertrokken we uit deze negorij. Bedankt voor de 20 cent fooi schreeuwde de halfgare serveerster ons na. Ha, kijk daar! Zei Mies. Weer een handgeschreven vel aan de muur: u moet uw consumptie binnen 30 minuten opmaken. En: tussen zeven en tien uur kunt u hier alleen maar een warme maaltijd bestellen.
Poeh zoveel gastvrijheid, da ha’k nou nie verwacht in ons Brabantse land.